zaterdag 26 januari 2013

Waarom het boek ‘Kaas’ van Willem Elsschot een echte bestseller is.

Laatst kreeg ik van mijn docent Nederlands te horen dat ik een boek voor de boekenlijst moest lezen. Ik had geen enkel idee welk boek ik moest nemen en maar weinig tijd, dus op goed geluk heb ik het boek ‘Kaas’ van Willem Elsschot gekozen. Dit, omdat dit prachtige boek slechts 112 schaars bedrukte bladzijden telt en ik er al wat positieve reacties van medescholieren over had gehoord. Wat ik echter niet verwachtte, is dat dit boek prachtig en ook echt een bestseller is.


Na het lezen van 'Kaas' kwam ik er achter dat de inzet van het boek hoog is. Omdat het verhaal zich wel een tijd geleden afspeelt, is het vrij onbekend, maar toch erg plausibel. Het hoofdpersonage is Frans Laarmans en zowel hij als de verdere gebeurtenissen in het boek zijn erg geloofwaardig en sterk neergezet.
Frans Laarmans is een onbefaamde klerk die met een groot innerlijk conflict zit. Hij wil dat zijn kinderen een vader hebben om trots op te zijn, iemand met aanzien. Als hij in wekelijks in contact komt met de voorname vrienden van Schoonbeke, wil hij ontzettend graag aanzien krijgen, aangezien ze hem compleet negeren en niet tegen zo’n onbenullige klerk willen praten. Hij heeft te maken met een groot innerlijk conflict.
Wat het boek vooral zo mooi maakt, is dat Willem Elsschot in zijn boek veel details gebruikt, van zijn dochter Ida die naar het gymnasium gaat tot de prettige treinreis van Antwerpen naar Amsterdam. Dit geeft het boek een universele lading.
De setting van het verhaal is erg duidelijk beschreven en dat maakt het makkelijker voor de lezer om zich in te leven in het verhaal.
Van alle plaatsen waar het verhaal zich afspeelt geeft Elsschot een levendige beschrijving. Zo beschrijft hij bijvoorbeeld hoe de lucht in een Kaaswinkel ruikt. 
Wat het personage Frans Laarmans onder andere zo sterk maakt is dat hij een zeer menselijk personage is. Ieder mens wil graag aanzien en iets bereiken in zijn of haar leven. Diezelfde eigenschappen verwerkt Elsschot erg duidelijk Laarmans. Dat maakt het boek erg aansprekelijk.

Het lot van Laarmans is op het eerste gezicht erg gunstig en speelt een grote rol in het verhaal. Het lijkt Frans Laarmans allemaal voor de wind te gaan. Later komt daar echter verandering in. 
Wat erg leuk is, is dat Willem Elsschot in dit boek buitensporige karakters creëert. Bijvoorbeeld de rare arrogante vrienden van Schoonbeke, de bemoeizuchtige buurvrouw en de aardige klerk collega’s van de General Marine and Shipbuilding Company.
Frans Laarmans krijgt erg veel te maken met conflicten. Eerst met zichzelf en later met allerlei mensen en zaken die met het zakendoen te maken hebben. Dat maakt het een spannend en levendig verhaal.
Laarmans transformeert van onbekende onbelangrijke klerk naar belangrijk zakenman en uiteindelijk terug naar nietsbetekenende klerk en een verslagen en gefaalde zakenman.
Hij wordt voortdurend op de proef gesteld om zaken te doen en zijn kaas te verkopen.
Omdat Elsschot Laarmans zo menselijk maakt met zijn zoektocht naar  aanzien, ga je als vanzelf van hem houden. Je leeft erg met hem mee.
‘Kaas’ draait om Frans Laarmans en zijn mislukkende zakencarière en er zijn geen subdoelen. Dit zorgt ervoor dat hij steeds met hetzelfde bezig is en maakt het boek makkelijker te lezen.
De titel van het boek is nieuwsgierig makend, vernieuwend, verrassend, kort en simpel en daardoor heel sterk.
Elsschot vermeldt niet duidelijk de moraal in het verhaal, maar je kunt de moraal tijdens het lezen van dit boek wel goed afleiden: je kunt maar beter tevreden blijven doen wat je aan het doen bent, want van ruilen komt alleen maar ellende, en uiteindelijk kom je toch weer terug bij af.

Dit boek sluit zich niet aan bij de bestsellertrends. Er is geen bestseller waarin kaas zo centraal staat als in dit boek. Ook is de moraal vrij bijzonder en kenmerkend.
Er zitten veel onverwachte ontwikkelingen in dit boek. De opvallendste is wel dat het eerst zo goed lijkt te gaan met Laarmans, maar uiteindelijk blijkt dat toch weer niet zo te zijn.
Omdat het Laarmans zo lang zo voor de wind gaat, verwacht je stiekem altijd dat het misgaat. De lezer voelt dat het een soort stilte voor de storm is. Dit zorgt ervoor dat het verhaal spannend is en de lezer continu met een soort angst zit.

Kortom: ‘Kaas’ van Willem Elsschot bevat alle elementen die een goed boek moet hebben en is daarom een echte bestseller. Ik vind het niet raar dat ik mijn medescholieren erover heb horen praten, het is absoluut een aanrader.


dinsdag 8 januari 2013

Verwerkingsopdrachten leesdossier

Verwerkingsopdrachten leesdossier

Eerste verwerkingsopdracht
Literatuur
2) Zowel De schilder en het meisje van Margriet de Moor als Een schitterend gebrek van Arthur Japin zijn historische romans. De Moor koos voor haar roman voor een auctoriale vertelinstantie, Japin koos voor een ik-vertelinstantie. Welke vertelinstantie heeft jouw voorkeur?
Schrijf een beschouwing van ongeveer 250 woorden waarin je de romans van De Moor en Japin wat betreft gekozen vertelinstantie met elkaar vergelijkt en jouw voorkeur beargumenteerd naar voren laat komen.

Ik geef de voorkeur aan een ik-vertelinstantie. Ik vind het prettiger om van het personage zelf te horen hoe het zich voelt en waarom het iets doet. Ik kan me veel beter inleven bij het personage als ik alles beleef vanuit zijn of haar oogpunt. Bij een auctoriale vertelinstantie vind ik het soms zelfs vervelend dat de vertelinstantie alles weet. 


Zo ook in het boek van Margriet de Moor. Ik vind het begin van het boek erg goed, maar vanaf het moment dat de vertelinstantie begint te vertellen dat iedereen die dagenlang binnen heeft gezeten, zich geen raad weet met de plotselinge buitenlucht weet ik dat we te maken hebben met een vertelinstantie die alwetend is en gaat het me irriteren. Ik vind het fijner als het hoofdpersonage zelf vertelt over wat er gebeurt. In het boek Een schitterend gebrek vertelt het hoofdpersonage  zelf dingen over de stad Amsterdam en hoe het voor haar voelde om telkens opnieuw afgewezen te worden. Natuurlijk snapt iedereen dat het niet leuk is om afgewezen te worden, maar om dat door middel van een auctoriale vertelinstantie te horen vind ik dat vervelend, terwijl ik het goed vind voor een verhaal als de ik-vertelinstantie het vertelt. 

Ook vind ik het fijn om dingen van het personage zelf te horen. Anders is het zo onwerkerlijk. Het is dan net als wanneer iemand in het echte leven tegen je zou vertellen dat iemand anders het niet fijn vond om opgesloten te zitten in een kerker. Ik hoor het in het echt liever van die persoon zelf en dat zelfde heb ik bij boeken. Ik heb liever dat een personage zelf vertelt over de gebeurtenissen die het meemaakt, dan wanneer de auctoriale vertelinstantie dat doet. 

Misschien vind ik de auctoriale vertelinstantie wel te mysterieus, het is eigenlijk een persoon die je vertelt wat er gebeurt, maar tegelijk is het geen persoon want de vertelinstantie heeft geen identiteit. Dat vind ik gewoon raar. Daarom heb ik liever een ik-vertelinstantie dan een auctoriale vertelinstantie.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Tweede verwerkingsopdracht
Literatuur
3) In Een schitterend gebrek is gekozen voor een ik-verteller die ook als focalisator optreedt. Herschrijf in maximaal 400 woorden de gebeurtenissen in het anatomisch theater met de professor als verteller en focalisator.


Ik ging destijds niet vaak uit, maar die ene keer dat ik toch in de kroeg kwam, zag ik haar. Ik kon duidelijk zien dat ze pokkenpatiënt was. Fantastisch. Net wat ik nodig had. Ik liep op haar af en begon een praatje met haar. Ze leek eerst wat angstig, maar ik stelde haar snel op haar gemak. Ik vertelde dat ik chirurgijn was en geïnteresseerd in haar fysionomie, die ik aan mijn studenten als voorbeeld ter bestudering van een pokkenpatiënt wilde stellen. Ik wilde haar ervoor betalen. Ze stemde tot mijn genoegen in.

Ik was al begonnen in het anatomisch theater om aan mijn twintigtal studenten uit te leggen wat er zou gaan gebeuren, toen ze binnenkwam. Gelukkig, ik was al bijna bang dat ze niet meer zou komen. Ze deed haar bovenkleding uit. Ze was duidelijk niet op haar gemak, dus ik was voorzichtig. Ik deed niets zonder haar toestemming te vragen. Ik vatte ook alles samen wat ik in het Latijn besproken had, want ik ging er van uit dat ze er niet van begreep. Ik keek dan ook raar op toen ze me meedeelde dat ik niets meer voor haar hoefde te vertalen omdat ze mijn les kon volgen zonder de vertaling. Ik liet de studenten de plaatsen op haar lichaam zien waar de pokken haar hadden aangevreten. Ik vroeg haar enkele bewegingen te maken die haar zichtbaar moeite kostten. Precies wat ik dacht, dat kwam namelijk door verharding van littekens en spierweefsel. Na een uur moest ik de les stoppen en gaf ik haar haar geld. Ze hoefde zich alleen nog om te kleden en liep daarvoor naar de andere zaal. Ik keek naar haar naakte bovenlichaam. Het was lang geleden dat ik een vrouw had aangeraakt. Ik pakte een tinctuur en ging naar de zaal waar ze heen was gelopen. Ze was net bezig met omkleden. Ze schrok zichtbaar toen ik binnenkwam. Ik stelde haar gerust en bood haar aan haar in te wrijven met het tinctuur om haar littekens te verzachten. Ze liet me toe. Terwijl ik daarmee bezig was wilde ik meer. Ze gaf me mijn zin. Mijn handen dwaalden af en toen nam ik haar, in de omkleedzaal. Ze ging naar huis en daarna heb ik haar nooit meer gezien.