dinsdag 20 mei 2014

Multatuli - Max Havelaar


Max Havelaar, werd in 1860 gepubliceerd door Multatuli, oftewel Eduard Douwes Dekker. In het boek lezen we over het leven van Max Havelaar in Nederlands-Indië en het leven van Droogstoppel.
Multatuli heeft dit boek geschreven in de 19e eeuw. Daarom kan het boek ook gerekend worden tot de tijd van de Romantiek, die ongeveer van 1770 tot 1880 duurde. Het blijkt voor degene die het boek wat beter leest, dat dit boek niet alleen maar tot de Romantiek kan worden gerekend. 

Voor wie het boek slechts vluchtig leest wordt gelijk duidelijk dat het boek tot de Romantiek behoort. In de Romantiek gaat het, in tegenstelling tot de Verlichting waar het vooral om het verstand ging, veel meer om het gevoel. Het is een periode van uitbundigheid In het boek wordt erg duidelijk beschreven over het leven van Max Havelaar en hoe hij zich voelt. Dit is een overduidelijk een zeer belangrijk kenmerk van de Romantiek. Droogstoppel wordt in het boek beschreven als een chagrijnige pessimist, die vooral op zijn verstand vertrouwt. Hij is mijns inziens de personificatie van de Verlichting. Havelaar echter is vrolijk en veel toleranter naar anderen toe. Hij denkt niet alleen maar aan zichzelf, maar ook aan de mensen om zich heen. Hij is representatief voor de Romantiek. Hierin zie je dus ook als dat de schrijver voor de Romantiek is en niet voor de Verlichting.

Een schrijver kon zich in de Romantiek uiten op verschillende manieren: het non-conformisme en het escapisme. Bij het non-conformisme gebruikt de schrijver zijn werk om zijn mening te uiten en zich af te zetten tegen de maatschappij. Multatuli gebruikt dit boek ook om zijn mening te geven over de maatschappij. Hij was het duidelijk niet eens met het regeringssysteem in Nederland en met de ideeën van koning Willem de Derde. Dit laat hij duidelijk merken. Verder wordt in het boek ook grote kritiek geuit op de regering op Java en op de onverschilligheid van de mensen. Multatuli heeft het boek geschreven om aandacht te krijgen, wat weer een kenmerk van het non-conformisme en dus de Romantiek is.

De Romantiek is ook de periode van verschillende culturen en tolerantie daarvoor. In het boek wordt duidelijk de cultuur in Nederlands-Indië en in Nederland beschreven. Ook stond in de Romantiek de moraal en deugden heel hoog, die waren erg belangrijk. Dit komt ook weer naar voren in het boek wanneer Droogstoppel Stern deugden bij probeert te brengen.

Toch zit er in dit boek ook nog een beetje realisme, een stroming waarin het alledaagse leven van de normale burger centraal staat. Dit komt naar voren wanneer je leest over Havelaar die vertelt hoe moeilijk hij het soms heeft en hoe zijn leven in Nederland was. Ook gebruikt Havelaar betrekkelijk veel gebruik van de rede naast zijn gevoelens wanneer hij een speech geeft. Dat is iets wat in de Romantiek niet gebruikelijk was en dat duidt dus ook een beetje op het realisme. Ook wordt de politiek van Nederlands-Indië heel duidelijk weergegeven in het boek. 

Al met al kun je dus best stellen dat dit boek in de stroming Romantiek thuis hoort, maar er zitten ook zeker kenmerken van het realisme in. Het is een combinatie van beide stromingen.

dinsdag 6 mei 2014

Stefan Brijs, de Engelenmaker

Leesverslag
Algemene informatie:
Auteur: Stefan Brijs
Titel: De Engelenmaker
Plaats van uitgave: Den Bosch
Jaar van uigave: 2008
Jaar van eerste uitgave: 2005
Druk: 21ste druk (Boektoppers)
Aantal pagina's: 494
Genre: Psychologische Roman

Korte samenvatting:
“De Engelenmaker” bestaat uit drie delen.
Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Dokter Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen merkt men dat hij best meevalt. Ook zijn zoons vallen mee, ze hebben een hazenlip net als hun vader en lijken sprekend op elkaar. Als de dokter de namen van de kinderen noemt, schrikken de bewoners toch wel. Ze heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.
De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in, die steeds meer te weten komt over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties, wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt en de kinderen mogen nooit naar buiten. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet.
Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, komt zij door een vreselijk ongeluk om het leven.
In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd als student, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als “debiel” in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en praten. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een universiteit. Hij blijkt een briljant genie in het klonen van zoogdieren. Eerst oefent hij op muizen, later op mensen. En inderdaad, zijn kinderen zijn klonen, van hem. Helaas gedraagt Victor zich raar, waardoor de staf van de universiteit aan hem twijfelt. Rex Cremer, de stafarts, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet.
In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer weer opnieuw in aanraking met Dokter Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Dokter Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar.
Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar “kinderen” opzoeken. Als ze bij Dokter Hoppes huis aankomt is er al één dood. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door.
Uiteindelijk, terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg volgen, kruisigt Doctor Hoppe zichzelf. Hij vergelijkt zichzelf met Jezus en dit is volgens hem de opdracht die hij moet volbrengen. Hij eindigt aan het kruis, terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt.[1]

Waarom dit boek?
Ik ben op het idee gekomen om dit boek te lezen omdat ik er al een aantal positieve reacties over had gehoord. Ik wist echt niet wat ik wilde lezen dus ben ik dit boek maar gaan lezen. Ook maakte de titel mij wel nieuwsgierig, ik vond het een aansprekende titel. Omdat we in de les al eens een passage van dit boek hadden gelezen, verwachtte ik al wel dat het over een misvormde drieling zou gaan. Ik had echter niet verwacht dat er zoveel symboliek en verwijzingen naar de bijbel in zouden zitten. 

Motieven en thema
In dit boek spelen een aantal motieven een grote rol. Zo is bijvoorbeeld religie heel belangrijk. In het boek handelt Dokter Hoppe eigenlijk constant vanuit zijn kijk op religie. Hij worstelt met God en wil God kunnen overtreffen door zelf mensen te kunnen scheppen. Hij ziet zichzelf als een soort tweede Jezus. Het christendom is dus heel belangrijk in dit boek.

Ook speelt het moralistische denken in goed en kwaad een grote rol. Victor Hoppe leeft met het idee dat God het kwaad in de wereld heeft gebracht en dat Hij slecht is omdat Jezus heeft laten sterven. (Daarbij denkt hij aan: ‘Eli, Eli, lama, sabachthani’, oftewel de kruiswoorden van Jezus: ‘Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’).

Ook is de dood een belangrijk motief in het verhaal. Wanneer je het boek leest zul je zien dat er aardig wat personages zijn gestorven voordat je het uit hebt. Zowel in zijn jeugd als in het eerste deel van het verhaal vallen er veel doden. En uiteindelijk kruisigt Victor Hoppe zichzelf. De dood speelt dus een grote rol.

Ook is toekomstproblematiek een thema dat aan de orde komt. Hoppe werkt aan het klonen van mensen, en daarbij gaat hij niet zorgvuldig met de proefpersonen om. Mensen worden gebruikt als proefkonijnen en wat Hoppe doet is niet ethisch verantwoord. Dit roept vragen op over de medische wetenschap. Waar ligt de grens? Wat kunnen we ethisch gezien wel en niet maken?
Ook spelen de roddels als motief een grote rol. Eerst wordt Hoppe in het dorp heel erg gehaat, maar zodra hij een paar ‘wonderbaarlijke’ genezingen doet, krijgt hij de status van een soort nieuwe Jezus. De schrijver schrijft steeds over wat de dorpelingen gezien of gehoord hebben en wat ze weer aan elkaar doorvertellen en het dorpscafé (trefpunt voor de roddels) speelt daarin ook een grote rol.

Ik vind het vrij lastig om slechts een motief als het belangrijkste motief te bestempelen, omdat Goed en Kwaad, religie en wetenschap als een rode draad door het boek lopen. Toch denk ik dat religie het voornaamste motief en dus het thema van het boek is. Victor Hoppe worstelt constant met God en religie, en eigenlijk alles wat hij doet is gebaseerd op die worsteling.

Beoordeling
Het boek is erg leesbaar en je hebt het, ondanks de 494 pagina’s, vrij snel uit. Het bestaat uit drie delen. In het eerste deel heb je als lezer veel vragen zoals wat er aan de hand is met de kinderen.
‘Inwoners die informeerden naar nog meer details over het uiterlijk van de drieling kregen achteraf van de kinderen alleen te horen wat ze al wisten. ’Ze waren heel klein en dun. Je kon ze zo omverblazen’. ‘Hun gezichten waren heel wit, zoals bij een clown.’ ‘Ze hadden de ogen van een kikker.’ ‘Hun mond stond scheef.’’
(Bladzijde 114)
Je komt in het boek stukje bij beetje dichterbij het geheim van de drieling. Zodra je achter de verschrikkelijke waarheid komt, wil je weten wat het motief van Victor Hoppe is om dit soort dingen te doen. En daar kom je dan weer verder in het boek achter. Het boek heeft dus een heel grote spanningsboog, wat er voor zorgt dat je wilt blijven lezen en het ook niet saai is.

De schrijfstijl is relatief eenvoudig met weinig moeilijke woorden. Wel denk ik dat het boek leuker is wanneer je wat algemene kennis hebt over de bijbel, omdat in het boek ontzettend veel symboliek zit en er constant naar het nieuwe testament wordt verwezen. Bijvoorbeeld in de volgende passage:
‘Hij kwam weer overeind en strekte zijn rechterarm uit. Hij legde zijn rechterhand op het uiteinde van de dwarsbalk en sloeg met zijn linkerhand een spijker door die rechterhand. Hij sloeg op de spijker tot die diep in het hout van de dwarsbalk verankerd zat. De pijn was al minder erg. Met een laatste krachtinspanning gooide hij de hamer tussen de dennen die de heuvel omringden. Daarop maakte hij met zijn tanden het verband om zijn linkerhand los, keek nog eenmaal naar en door het gat en bracht zijn linkerhand toen naar de spijker die hij al in het kruis had geslagen. Vanzelf schoof hij het gat over de spijker. Toen hing hij. Hij had lijdzaam gewacht. De muziek was dichterbij gekomen. Hij wist dat hij zou doorbuigen en tegelijk zijn voeten van de grond zou heffen, zijn benen zouden breken en vervolgens zijn longen dicht zouden klappen. Daar had hij over nagedacht. Ook over zijn laatste zin had hij nagedacht. Niet lang. Johannes, hoofdstuk 19, vers 30. Daar stond het.
(Bladzijde 491-492)
In deze passage wordt beschreven hoe Victor Hoppe zichzelf kruisigt. Daarbij laat hij het zoveel mogelijk lijken op hoe Jezus gekruisigd werd, hij zorgt er zelfs voor dat hij een wond in zijn zij heeft. Zijn afscheidwoorden zijn Johannes, hoofdstuk 19, vers 30: ‘Het is volbracht.’ Dat zijn dezelfde woorden als Jezus voor het laatst aan het kruis sprak. Door het hele boek zitten dergelijke verwijzingen naar het nieuwe testament.

Inhoud
Stefan Brijs heeft met Victor Hoppe een prachtig personage neergezet. In de meeste boeken is het zo dat de lezer zich kan identificeren met de hoofdpersoon en dat hij met de hoofdpersoon meeleeft. In dit boek is dat helemaal niet zo. Victor Hoppe is ontzettend mysterieus, doet rare dingen die je als lezer niet begrijpt en je kunt je niet met hem identificeren. Toch is het een ontzettend interessant personage, omdat je hem steeds beter leert kennen, en uiteindelijk wel snapt waarom hij zo handelt. Daarom blijf je ook door lezen. Het is knap hoe Brijs de lezer weet te boeien terwijl de hoofdpersoon in het begin helemaal niet zo identificeerbaar is.

De opbouw van de tijd in het boek is ook opmerkelijk. Die is niet chronologisch. Het boek begint wanneer Victor Hoppe in Wolfheim aankomt. Er gebeuren allemaal dingen die je als lezer niet begrijpt. Vervolgens komt het tweede deel met flashbacks uit Hoppe’s jeugd en begin je zijn motieven te begrijpen. Daarna komt het derde deel en gaat het verhaal weer door op het eerste deel en volgt er een fatale afloop. De niet-chronologische indeling van de tijd zorgt voor extra spanning, wat het boek erg leuk maakt om te lezen.

Eindoordeel





Ik vond dit boek een stuk interessanter en mooier dan ik had verwacht. Er stonden veel verwijzingen naar de bijbel in (zoals in de bovengenoemde passage) en dat maakt het verhaal voor mij erg interessant. Ook was de schrijfstijl makkelijk te lezen, zonder al te veel moeilijke woorden. Dit boek was gewoon anders dan alle andere boeken die ik tot nu toe heb gelezen en daarom een goede aanvulling op mijn leeslijst. Het overtrof mijn verwachtingen. Een aanrader!

1: http://www.huiswerkvrij.com/stefan-brijs-de-engelenmaker